Wat zit er onder de motorkap?
Juli 2022 Jeanette de Korte
Gedrag
We zitten in aan tafel en Hans vraagt mij: ‘Hoe was je dag?’
Ik puzzel deze dag op een lastig vraagstuk op mijn werk en neem hem mee in mijn gedachtespoor. Dat doe ik door gewoon te gaan praten vanuit waar ik in mijn gedachtespoor gebleven ben. Ik verwacht dat hij dan aanhaakt.
‘Ho wacht even’ zegt Hans, ‘wil je even bij het begin beginnen? Want ik snap er niks van. En laat die ingewikkelde afkortingen ook maar achterwege. Vertel even in gewoon Nederlands wat je aan het doen bent.’ Ik zucht heel diep en voel dat mijn gedachtespoor vertraagd wordt. Dat wil ik helemaal niet en ongeduldig zeg ik: ‘Laat maar!’ en eet mijn bord leeg.
Gedachten
Als we in volmaakte stilte hebben gegeten realiseer ik mij dat Hans zijn best aan het doen was mij te begrijpen. Hij had daarvoor feiten, gebeurtenissen en context nodig. Doordat Hans naar feiten en gebeurtenissen vroeg, kreeg ik het gevoel dat hij mij niet nabij wilde zijn, terwijl hij juist bezig was om dichter bij te komen.
Gevolg
Dat stukje veroorzaakt bij mij blijkbaar een drempel om te delen. Terwijl ik weet dat als we samen dieper willen komen het nodig is om deze verheldering te geven. Ik ervaar in zijn behoefte van vertraging ook een overtuiging: ‘Als je begrepen wil worden, moet je wel even je best doen.’ En soms zelfs een oordeel: ‘Wat een chaotisch/onlogisch verhaal!’
Patroon
Het interessante is dat mij dit vaak overkomt. Dat ik een verhaal vertel – met niet al te veel contextinformatie – en dat Hans mij dan niet begrijpt. We zouden het gerust een patroon kunnen noemen. Ik kan mij blijven verbazen dat Hans niet gewoon in mijn gedachtespoor mee kan (hij kent mij immers al 25 jaar)! Terwijl Hans zich afvraagt wanneer ik toch eens ga leren om even de context te schetsen waarin mijn verhaal zich afspeelt.
Metafoor
Intrigerend is dat als we elkaars gebruiksaanwijzing proberen te ontcijferen, we de metafoor van een auto cadeau krijgen. Hans zegt: ‘Het is eigenlijk net als bij de auto. Als er een lampje brandt ga je op onderzoek uit wat er aan de hand is. Lampje stuk, olie bijvullen of banden te leeg.’ En daar reageer je dan op. Want als je het lampje negeert, dan gaat het mis.
Een trigger is als het lampje in de auto. Daarom is het belangrijk om te onderzoeken wat de trigger is voor mij en wat de trigger is voor Hans. Als het een patroon is, wijst het er bijna altijd op dat er aan beide kanten iets te leren valt. Door naar je eigen triggers te kijken en deze te benoemen ontstaat er ruimte voor de ander om je te begrijpen en je tegemoet te komen.
Gewenst
Hoe beter we weten hoe het ‘onder de motorkap’ van de ander werkt, hoe beter we op elkaar ingespeeld kunnen raken. Wat heb ik nodig? Als ik even ‘goed voel van binnen’ dan merk ik dat ik het lastig vind om een begin te maken aan mijn verhaal. Ik heb een vraag nodig van Hans. Hoe concreter zijn vraag, hoe beter het mij helpt. En dat vraag ik hem: ‘Hans wil je mij helpen door even te vragen: Waar ben je met je hoofd? Heeft het te maken met mijn vraag? Wil je eens hardop denken?’
De Gordonmethode
Misschien wil jij het ook eens proberen. Op onderzoek uit. Wat zit er onder de motorkap?
Daar is een methode voor. De Amerikaanse psycholoog Thomas Gordon kwam in zijn werk veel ouders tegen die worstelden met het ouderschap. Gordon ontwikkelde een manier om ouders daarbij te helpen. Vandaag de dag staat deze bekend als de ‘Gordonmethode’. Op basis daarvan zijn er weer tal van werkvormen en methodes ontwikkeld. Hierbij een manier om onder je eigen motorkap te kijken:
Tijd voor twee
Tip: pak dit schema’tje er eens bij als je samen terugkijkt op een moment dat je getriggerd werd. Probeer eerst zelf te verdiepen en praat er daarna samen over. Ik weet zeker dat je dan verder komt dan praten over jullie gedrag!